Boedapest, de hoofdstad van Hongarije, is een van de mooiste steden van Europa zo niet ter wereld. De eerste keer dat ik er kwam was in de zomer van 1998. Het was nog geen tien jaar na de val van het communisme en op de een of andere manier voelde ik die sfeer nog…
Mijn eerste kennismaking met Boedapest
Ik verbleef destijds in Siófok aan het Ballatonmeer. Daar had ik eerst twee weken feest gevierd. Aan het einde van de vakantie wilde ik de Formule 1 Grand Prix van Hongarije bezoeken. Deze werd verreden op circuit de Hungaroring nabij Boedapest.
Om daar vast een hotel te boeken stapte ik op een ochtend met een flinke kater in Siófok op de trein naar Boedapest. Ik kwam aan op station Déli pályaudvar (Zuidstation). Omdat ik er totaal onbekend was ging ik naar het informatieloket. Een man in uniform met een hoge pet gaf op stoïcijnse wijze informatie. Hij leek zo weggelopen uit een film over de koude oorlog.
Boete in de metro…
Vervolgens nam ik de metro naar het centrum. Het was een verouderd aandoende trein die zich door een flinke windvlaag reeds aankondigde. Er hing een wat vreemde duistere sfeer. Iedereen was zo stil. Helemaal geen vrolijke mensen.
Vlak voor de trein een station naderde viel ook nog eens kortstondig de binnenverlichting uit, waardoor het ook letterlijk duister werd. Het eerstvolgende station was Moszkva tér (Moskouplein), hetgeen bijdroeg aan het “koude oorlogsfeertje”.
Overigens werd Moszkva tér in 2011 veranderd in Széll Kálmán tér, hetgeen tot 1951 ook de naam van het plein was.
Op station Deák Ferenc Tér moest ik overstappen. Dit was toen het enige station in Boedapest waar de drie metrolijnen elkaar kruisten. Waar ik uiteindelijk weer bovengronds kwam weet ik niet meer, doch wat er toen gebeurde herinner ik me maar al te goed…
Bovenaan de roltrap stond een leuke Hongaarse jongedame met een rode band om haar arm. Ze vroeg mij om mijn metrokaartje dat ik haar vervolgens toonde. Dat bleek foute boel. Ik had bij het wisselen van de lijnen een nieuw kaartje moeten afstempelen.
Omdat ik nog een kaartje voor de terugweg had gekocht vroeg ik of ik dat alsnog kon afstempelen of inleveren. Doch hoe mooi ze eruit zag, ze was onverbiddelijk. “The penalty is 1000 Forint” zei ze. Ik rekende al op een fikse boete en was opgelucht toen ik het bedrag hoorde. Want 1000 Forint was met de toenmalige wisselkoers maar 10 Gulden (€ 4,50).
Bijna bestolen in Boedapest
Nadat ik een hotel had gereserveerd voor het Formule 1-weekend ging ik de stad verkennen. Dat bleek een hele mooie stad te zijn met prachtige gebouwen. Maar ook met erg verwaarloosde gebouwen.
Wat me in de metro al opviel, de sfeer was nergens uitbundig zoals in de meeste West-Europese steden. Doch op de een of andere manier fascineerde het me ook. Enkele dagen later stapte ik weer op de trein naar Boedapest, omdat ik meer van de stad wilde zien.
Ook tijdens het Grand Prixweekend ging ik ’s avonds de stad in. Tijdens de eerste dag werd ik nog bijna bestolen in de trein van de Hungaroring (het circuit waar de Formule 1-race werd verreden). Iemand bleef opeens in het gangpad staan zodat er een opstopping ontrond. Ondertussen probeerden hun handlangers mij te rollen.
Ik had een heuptas bij me met daarin een goedkoop fototoestel. De heuptas hadden ze al open gemaakt, doch de buit was ze te klein blijkbaar. Een andere passagier gaf me mijn fotocamera terug die ze op de grond hadden gegooid.
Boedapest in 2002
Vier jaar later bezocht ik Boedapest opnieuw en maar liefst voor 2 weken. De stad leek een stuk vrolijker, met meer toeristen. Ook werd er flink aan de wegen gewerkt. Dat was ook wel nodig want er zaten zulke gaten in de wegen dat iedereen op de trambaan reed. Alleen voor de verkeerslichten ging men weer op de gewone weg staan.
Op de eerste vrijdagavond deed ik mee aan een soort kroegentocht. Deze bestond uit een stadswandeling waarbij de nodige horecagelegenheden werden aangedaan. We werden rondgeleid door een Amerikaanse man en een Zweedse vrouw. Van de deelnemers was ik de enige Europeaan, de rest bestond uit Amerikanen.
Nadat we enkele kroegen hadden bezocht stelden de gidsen voor naar een discotheek te gaan. Er werden taxi’s georganiseerd die we zelf moesten betalen. Zo kwamen we terecht bij een openluchtdiscotheek aan de Donau, vlak bij een brug.
Boedapest kleiner dan ik dacht…
Eigenlijk stond er nog veel meer op het programma, doch toen we eenmaal flink dronken op de dansvloer stonden knepen de gidsen er tussenuit. Uiteindelijk viel de groep ook uit elkaar.
Toen ik wilde vertrekken zag ik een Amerikaans meisje uit het gezelschap in een stoel zitten slapen. Ik maakte haar wakker en stelde voor een taxi te delen. Zo gingen we samen met de taxi terug, elk naar ons eigen hotel.
Eigenlijk verwachtte ik hen nooit meer terug te zien. Doch Boedapest bleek kleiner dan ik dacht. Toen ik de volgende dag met een kater in de tram zat zag ik hen ineens bij een halte staan. De tram reed net weg en ik stapte bij de volgende halte uit om een tram terug te nemen.
Ik had geluk want ze stonden er nog. Ze vertelden dat het hun laatste dag in Boedapest was en nodigden me uit ’s avonds naar een kroeg te komen. Zo gezegd zo gedaan, en die avond vierden we hun laatste vakantiedag in Boedapest.
Een paar dagen later ging ik weer naar dezelfde kroeg en ontmoette daar de Hongaarse Méri. Met haar ben ik de resterende tijd van mijn vakantie in Boedapest opgetrokken.
Boedapest 2010
Er verstreken 8 jaren voor ik weer naar Boedapest ging. Vooraf bezocht ik Praag en Bratislava en op de terugweg zou ik Wenen aandoen. Doch voor mijn favoriete stad Boedapest had ik een week uitgetrokken.
Ditmaal was het een bravere vakantie zonder grote feestpartijen. Ik heb vooral de toeristische dingen bekeken en enkele bekende plaatsen opgezocht. Wat ik echter niet terug kon vinden was de openluchtdiscotheek langs de Donau.
Bezienswaardigheden in Boedapest
Hieronder enkele tips en informatie over wat er in Boedapest te zien en te doen valt. Doordat het zowel een stedelijk gebied heeft (Pest) en een landelijk gebied (Boeda) is het een zeer veelzijdige stad.
Váci utca
De Váci utca is DE winkelstraat van Boedapest. Over een afstand van ruim een kilometer strekt deze winkelstraat zich uit door het centrum van Boedapest. De Váci utca begint vanaf het Vörösmarty tér.
Aan en om de Váci utca bevinden zich allerlei winkels, restaurants, nachtclubs en kroegen. Ook de kroeg waarover ik eerder schreef 😉
Kinderspoorweg
Een van de leukste attracties van Boedapest vind ik de kinderspoorweg. Dit is een toeristische spoorweg waarvan het personeel hoofdzakelijk uit kinderen bestaat. Alleen de machinist is een volwassene.
De rit pendelt door de Boedaheuvels tussen de stations Húvösvölgy en Széchenyihegy. Onderweg stopt het treintje nog verschillende malen. Ondermeer bij János Hegy (Jánosheuvel), het hoogste punt van Boedapest. Hier kun je een uitkijktoren bezoeken en een rit met een kabelbaan maken.
De reis van zo’n 40 minuten gaat door een prachtig glooiend natuurgebied. Hier waan je je totaal niet in een stad. Vermakelijk is het moment waarop het treintje vertrekt bij een station. Dan staan de geüniformeerde kinderen netjes naast elkaar en maken ze de militaire groet.
Er zijn kaartjes verkrijgbaar voor korte ritten en voor het hele traject, zowel enkele reis als retour. Het duurste kaartje (retour volwassene gehele traject) is 1.400 Forint, hetgeen met de huidige koers zo’n € 4,35 is.
Overigens is de rit met het openbaar vervoer tussen het centrum van Boedapest en station Húvösvölgy ook erg mooi. Het laatste deel leg je af in een tandradbaan.
Kabelbaan
Een ander hoogtepunt (letterlijk) van Boedapest is een ritje met de kabelbaan. Op station Nyugati neem je bus 291 naar Zugligeti ut. Hier bevind zich het dalstation. Ik raad je zeker aan een retourtje te kopen, want de rit naar beneden wil je niet missen!
Boven op de Jánosheuvel kun je de eerder genoemde uitkijktoren bezoeken. Je staat dan echt op het allerhoogste punt van Boedapest. Wanneer je weer naar beneden gaat heb je een adembenemend uitzicht over de Donau en het parlementsgebouw.
Parlementsgebouw
Een van de meest in het oog springende gebouwen van Boedapest is zondermeer het parlementsgebouw. Het gebouw staat aan de Pest-zijde van de Donau, tussen de Széchenyi lánchíd (Széchenyi-kettingbrug) en de Margit híd (Margarethabrug).
Het in Gotische stijl opgetrokken parlementsgebouw werd in 1885 ontworpen door Imre Steindl. Na een bouwtijd van 17 jaar werd het in 1904 in gebruik genomen.
Het is mogelijk om een rondleiding door het parlementsgebouw te krijgen. Uit eigen ervaring kan ik echter vertellen dat het raadzaam is dit voortijdig te reserveren. De prijs voor een volwassene is c.a. € 7,-. Kinderen onder de 6 jaar hebben gratis toegang.
Heldenplein
Een van de mooiste pleinen van Boedapest is Hősök tere, Hongaars voor Heldenplein. Het plein bevind zich aan het einde van de Andrássy ut en werd ook ter ere van het duizendjarig bestaan van het Koninkrijk Hongarije aangelegd.
Op het plein staat het Millenniummonument dat pas in 1922, lang na de viering, af was. Het bestaat uit een zuil van 45 meter hoog. Bovenop prijkt een beeld van de aartsengel Gabriël.
Aan weerszijden van de zuil bevind zich een gebogen zuilengalerij. Hierin staan standbeelden van helden uit de Hongaarse geschiedenis, vandaar Heldenplein.
Széchenyibad
In Boedapest zijn verschillende kuurbaden. Mijn favoriet is “Széchenyi Gyógyfürdő és Uszoda”, kortweg het Széchenyibad. Het bevindt zich aan de Állatkerti körút 9-11, tegenover de dierentuin.
In 1881 werd op deze plek het eerste badhuis geopend. Het was destijds het enige openbare badhuis van Boedapest waardoor het zeer populair was. Om de bezoekersaantallen aan te kunnen werd in 1913 een nieuw badhuis gebouwd.
Het gebouw is opgetrokken in neobarokke stijl, en is vernoemd naar graaf István Széchenyi. Door de jaren heen werd het complex nog verder uitgebreid met meer baden, een sauna en een restaurant.
Városliget
Achter het Széchenyibad ligt het Városliget (Stadspark). Dit park werd aan het begin van de 19e eeuw aangelegd en is een geliefde plek om te ontspannen, voor zowel de inwoners van Boedapest als toeristen.
Dierentuin en achtbaan
Tegenover het Széchenyibad bevind zich de ingang van de Zoo van Boedapest. Vroeger was hier ook het pretpark Vidámpark. Dit pretpark werd na seizoen 2013 opgeofferd om de dierentuin uit te breiden. Enkele attracties, waaronder een historische houten achtbaan en draaimolen, zijn overgebleven en maken nu deel uit van de dierentuin.
Vissersbastion
Het Vissersbastion (Halászbástya) is een van de bekendste bouwwerken van Boedapest. De in neoromaanse stijl opgetrokken “vesting” (bastion) werd gebouwd tussen 1895 en 1901.
Hoewel het eruit ziet als een bastion, en ook die naam draagt, is het nooit als vesting gebruikt. Het Vissersbastion werd puur voor recreatieve doeleinden gebouwd. Aan de binnenkant bevind zich een terras, vanwaar je een prachtig uitzicht over Boedapest hebt.
Memento Park
Wie geïnteresseerd is in geschiedenis en het communistische verleden van Boedapest moet zeker een bezoekje brengen aan Memento Park. Hier zijn alle standbeelden uit de communistische tijd bijeengebracht. Deze standbeelden van Marx, Engels e.d. sierden vroeger de straten en pleinen van Boedapest. Na de val van het communisme zijn deze verwijderd. Sinds 1993 staan ze bij elkaar in Memento Park.
De communistische strijdliederen die op de achtergrond klinken maken de sfeer compleet. In de souvenirwinkel kun je zelfs CD’s met deze liederen kopen. Op het terrein staat ook een oude barak waarin tentoonstellingen over deze tijd zijn ingericht.
Memento Park ligt buiten het centrum van Boedapest en is te bereiken met buslijnen 101B, 101E en 150 die vanaf Kelenfold vasutallomas (Metrolijn M4) vertrekken.
Een duurder alternatief zijn de bustochten met gids, waarbij de toegang tot Memento Park is inbegrepen. Mijn ervaring is echter dat de gids alleen vertelt wat er onderweg te zien is, maar niet meegaat in het park.
Vervoer in Boedapest
Voor wie van transportmiddelen houdt is Boedapest het Walhalla. In geen enkele andere stad zag ik zoveel verschillende manieren van openbaar vervoer als in Boedapest.
De snelste manier om je te verplaatsen is per metro. Verder rijden er stadsbussen, trolleybussen, prachtige oude trams en in de Boedaheuvels tandradbanen.
Als je hier geen genoeg van kunt krijgen kun je ook een bezoekje brengen aan het Techniek en Transportmuseum aan de Városligeti körút 11. Hier vind je een grote collectie transportmiddelen. Raadpleeg vooraf wel de website voor de openingstijden.
De metro van Boedapest
In Boedapest bevind zich ook de oudste metrolijn op het vasteland van Europa, de M1. Alleen de metro van Londen is nog ouder.
Op 2 mei 1896 werd de M1 geopend. In dat jaar werd het duizendjarig bestaan van het Koninkrijk Hongarije gevierd. Voor die gelegenheid had men de op de Champs-Élysées van Parijs geïnspireerde boulevard Andrássy ut aangelegd. Omdat men deze niet met een tramlijn wilde ontsieren ging men ondergronds.
In de jaren 70 werden onder het communisme nog twee metrolijnen aangelegd, de M2 en M3. Deze zijn geïnspireerd op de metro van Moskou. Meer recentelijk, in 2014, is het metronetwerk van Boedapest nog uitgebreid met een vierde lijn.
De gevaren van Boedapest
Boedapest is een hele mooie stad, maar helaas heeft het ook zijn duistere kanten. Zo zijn de zakkenrollers er zeer actief. Ik vertelde reeds over de kunstmatige opstopping die ze hadden gecreëerd in een trein. Wees dus zeer alert op je spullen wanneer je in een mensenmassa terechtkomt.
Consumptiemeisjes
Naast zakkenrollers heb je ook zogenaamde consumptiemeisjes. Wanneer je als man door het centrum van Boedapest loopt is de kans groot dat je door een paar mooie dames wordt aangesproken. Meestal opereren zij met z’n tweeën.
Ook ik ben door zulke dames aangesproken, doch gelukkig was ik reeds gewaarschuwd en heb ze afgepoeierd. Ze willen met je naar een café of discotheek gaan. Deze meisjes zijn in dienst van die horecagelegenheid en lokken nietsvermoedende toeristen.
Wanneer er het nodige is geconsumeerd krijgt het slachtoffer een veel te hoge rekening gepresenteerd. Wanneer hij tegenstribbelt of niet kan betalen komt er een klerenkast die eventueel meegaat naar de geldautomaat.
Trap hier dus niet in, hoe verleidelijk deze meisjes ook zijn. Het gaat je een hoop geld kosten!
Nepagenten
Iets waarvoor bij mijn tweede bezoek aan Boedapest (2002) veel voor werd gewaarschuwd zijn nepagenten. Gelukkig heb ik hier niet mee te maken gehad.
Ze zouden toeristen aanspreken en om hun creditcard vragen. Mocht je dit overkomen dan weet je dat je met nepagenten te maken hebt. Een echte politieagent zal namelijk nooit om je creditcard vragen.
Geldwiselaars
Een andere vorm van oplichting is het wisselen van geld op straat. Ze bieden je aan je Euro’s tegen een gunstige koers te wisselen voor Hongaarse Forinten.
Doch in werkelijkheid krijg je juist minder voor je Euro’s. Ze halen of een wisseltruc uit, of ze stoppen er buitenlands geld met een veel lagere waarde tussen. Wissel dus alleen geld bij een bank!
Toen ik in 1998 voor het eerst in Hongarije was werd ik in Siófok meteen door zo’n geldwisselaar aangesproken. Ik had reeds over hen gelezen en heb dan ook resoluut nee gezegd.
Boedapest is veiliger dan je denkt…
In hotels vind je vaak folders waarin wordt gewaarschuwd voor oplichters en zakkenrollers. Als je dat allemaal leest zou je de straat bijna niet meer op durven. Doch in werkelijkheid is de kans dat je wat overkomt klein.
Gebruik altijd je gezonde verstand en laat je niet verleiden door consumptiemeisjes en geldwisselaars met “gunstige” tarieven. Wanneer je ’s avonds met het openbaar vervoer reist stap dan niet zomaar ergens uit, maar kijk eerst goed naar de omgeving.
Zwervers in Boedapest
Hoewel het officieel verboden is houden zich in Boedapest nog veel zwervers op. Vaak zijn dit psychiatrische patiënten die raar of agressief gedrag kunnen vertonen.
Zelf ben ik eens flink geschrokken van een zwerver in een park, die opeens verschrikkelijk begon te schreeuwen. Blijf dus weg van plekken waar zich veel zwevers ophouden.
Zakkenrollers
Zoals gezegd, de kans dat je wat overkomt in Boedapest is relatief klein. Het grootste risico is dat je wordt gerold. Wees daarom altijd alert op je spullen en neem alleen mee wat je echt nodig hebt.
In metrostations zie ik vaak rugzaktoeristen vol bepakt een boek staan lezen. Dat is natuurlijk de ideale situatie voor zakkenrollers. Wanneer je een alerte houding aanneemt is de kans dat ze jou eruit pikken al veel kleiner.
Sinds mijn eerste ervaring met zakkenrollers bewaar ik in grote steden mijn geld in een buidel onder mijn kleren. Jaren later zou deze zijn nut bewijzen in Barcelona. Los daarvan geeft het idee dat ze niet zomaar je portemonnee uit je broekzak kunnen pakken een veel onbezorgder gevoel.